
Eerst de ijsbaan bewonderen, waar je echt aandachtig naar keek. Vroeger was schaatsen dan ook een van je grootste liefhebberijen. Lekker zwieren over het Amsterdamse ijs met een sliert vriendinnen, waar zo nu en dan vast ook wel een vriendje aanhaakte. Daarna door naar de kerststal met levende dieren. De kameel die een soort van hooghartig consequent de andere kant op bleef kijken, de monsterlijk lelijke kalkoenen, lieve schaapjes en een aanhankelijke ezel die de show stal. Maar gezien je diepgewortelde angst voor paarden omdat je als kind was gebeten door het paard van de schillenboer, had je niet zo de behoefte om te knuffelen met die ezel. Maar dat nam ik met alle plezier van je over. De beelden in de stal waren letterlijk nietszeggend en konden ons niet zo boeien. Maar het was zeker ook een prachtige dag om wat kaarsjes te branden in de nabijgelegen kerk voor de mensen die we moeten missen. De grote kerk waar wij allemaal gedoopt zijn en waar we samen met ons gezin heel wat zondagochtenden hebben doorgebracht. Dit keer betraden we het mooie gebouw voor de eerste keer via de rolstoeltoegang. Er was nog een dienst aan de gang dus kozen we voor het kapelletje in het voorportaal. Je rolstoel paste precies langs de kerkbanken, dus zo konden we dichtbij het altaartje met kaarsen komen.
Brandende lichtjes voor vele anderen, die ook zeer gemist worden. Ik ontstak een kaarsje en zei een paar keer tegen jou dat het lichtje voor Jan was. Jan is mijn vader en was meer dan 50 jaar getrouwd met jou, tot hij 5,5 jaar geleden plotseling overleed. Ik zag weinig herkenning bij je bij het noemen van mijn vader's naam maar vond het toch mooi dit in je nabijheid te mogen doen. Daarna ontstak mijn vriendin nog een kaarsje voor haar overleden ouders en betrok jou daar ook zeer liefdevol bij. Heel mooi. Na een moment van stilte gingen we weer naar buiten, klaar voor de wandeling naar huis.
Hoe bijzonder was het dat je onderaan de rolstoeltoegang ineens tegen ons begon te praten. In de brei van letters en woorden die we moeilijk konden begrijpen, kwamen echter twee woorden zeer duidelijk uit jouw mond. “Mijn man”. Woorden die jij al jarenlang niet meer had uitgesproken en waarvan ik dacht dat de betekenis daarvan allang was verdwenen in de grijze mist van jouw falende geheugen. “Mijn man”, twee alleszeggende woorden na het ontsteken van het kaarsje voor hem. Dit was voor ons een totaal onverwacht en emotioneel moment en terwijl ik me flink probeerde te houden en zei dat we gauw weer een kaarsje zouden gaan aansteken, zei je ook nog duidelijk “Fijn, dank je wel”.
Ik kan dit moment niet anders noemen dan een godsgeschenk. Het is voor mij weer een bewijs dat er zeker leven is na de diagnose Alzheimer. Er is alleen meer aandacht en inzet nodig om iemand met Alzheimer er zoveel mogelijk bij te houden en te laten genieten. De liefdevolle verzorging doet daar alles voor en wij als familie proberen jou ook zoveel mogelijk nog mooie momenten te geven, Die momenten zijn echt puur geluk, daar kan niets tegenop. Je ogen die weer beginnen te stralen, de starheid van je gezicht maakt plaats voor een brede glimlach. Een kostbaar moment dat ons bevestiging, geluk en kracht geeft.
Ik gun iedereen fijne feestdagen en vooral veel van deze godsgeschenk momenten. Heerlijk voor u maar van onschatbare waarde voor uw dierbare, die moet leven met Alzheimer.